NIBE geeft een antwoord op de meest gestelde vragen over het toepassen van warmtapwater met een warmtepomp voor jouw project.
Waarmee kunnen wij je helpen?
Toon alle thema's ⇩
Verberg alle thema's ⇧
Bij het ontwerp van de warmtepompinstallatie voor een woning of appartement dient de nodige aandacht te worden besteed aan warmtapwatercomfort. Veel nieuwe eindgebruikers van een warmtepomp zijn namelijk gewend aan een cv-ketel of geiser – en dus aan een zeer royale hoeveelheid warmtapwater. Bij een warmtepomp is de hoeveelheid afhankelijk van de inhoud van de ingebouwde of gekoppelde boiler. In dit artikel gaan we daarom aan de hand van enkele veel gestelde vragen in op het bereiden van warmtapwater met een warmtepomp.
Je kunt een huis op diverse manieren duurzaam van warmtapwater voorzien: door toepassing van een combi warmtepomp met een ingebouwde boiler, met een solo warmtepomp in combinatie met een losse boiler óf met een warmtepompboiler. In alle gevallen wordt energie uit duurzame bronnen – zoals warmte uit de bodem, de buitenlucht of ventilatielucht – omgezet in bruikbare warmte en via een warmtewisselaar afgegeven aan het tapwater in het boilervat. De compressor van de warmtepomp zorgt voor tapwater van circa 55°C tot 60°C. Is een hogere temperatuur gewenst of vereist (bijvoorbeeld om tijdelijk extra veel warmtapwater te kunnen leveren of voor periodieke desinfectie), dan kunnen NIBE warmtepompen hier met hun thermische element standaard in voorzien.
Een cv-ketel verwarmt leidingwater volgens het doorstroomprincipe (dus zodra er warmtapwater wordt gevraagd) en levert hierdoor een zeer royale hoeveelheid tapwater. Een warmtepomp levert echter warmtapwater met behulp van een geïntegreerde of losse boiler. De hoeveelheid warmtapwater bij een warmtepomp is hierdoor afhankelijk van het formaat van de boiler. Is dat bezwaarlijk? Niet echt, want er zijn boilers tot wel 1.000 liter! Daarnaast wordt de beschikbare hoeveelheid warmtapwater bepaald door de gewenste watertemperatuur. Volgens de ontwerpeisen moet de temperatuur aan het mengtoestel of aan het tappunt minimaal 55°C zijn. De meeste mensen douchen echter bij voorkeur op een temperatuur van maximaal 40°C. Een boilervat met 180 liter water van 55°C kan hierdoor in de praktijk ruim 247 liter water van 40°C leveren.
Ook hangt de hoeveelheid warmtapwater af van de capaciteit van het warmwatertoestel. Eerder werd het comfortniveau voor warmtapwater bij cv-toestellen aangeduid met de CW-klasse, maar sinds 2015 hanteren we conform EU-richtlijnen de capaciteitsklasse. Welke capaciteitsklasse nodig is, hangt onder meer af van het aantal gebruikers, maar ook van de tijd dat die gebruikers gemiddeld douchen en van de aanwezigheid van bijvoorbeeld een bad of stortdouche. Onderstaande tabel geeft een richtlijn voor het benodigde capaciteitsprofiel bij een bepaalde toepassing:
Capaciteits-klasse | CW-klasse | Water van 60°C (L/min) | Water van 40°C (L/min) | Toepassing |
---|---|---|---|---|
L | CW4 | >7,5 | >12,5 | >Keuken of douche of bad |
XL | CW5 | >9,0 | >15,0 | >Keuken of douche of bad of stortdouche |
De opwarmtijd van het water in de boiler hangt af van drie factoren: de inhoud van de boiler, de capaciteit van de warmtepompen de gewenste temperatuur van het warmtapwater. Wordt bijvoorbeeld een boiler van 180 liter volledig gevuld met leidingwater van 10°C en moet het water door een warmtepomp met een vermogen van 6 kW worden opgewarmd naar 50°C, dan duurt dit circa 1,5 uur. In de praktijk zal de opwarmtijd echter korter zijn, want het komt zelden voor dat een boiler helemaal afkoelt of helemaal leeg raakt. Zodra er warmtapwater wordt gevraagd, wordt de boiler namelijk direct bijgevuld. Een sensor bepaalt of – en zo ja wanneer – het water moet worden opgewarmd. Wordt slechts een kleine hoeveelheid water gevraagd, dan zal de temperatuur in de boiler niet significant afnemen en kan het zijn dat de boiler pas later weer wordt opgewarmd. Het capaciteitsprofiel voor warmtapwater wordt bepaald door de combinatie van de boiler en warmtepomp. In combinatie met de losse of geïntegreerde boiler hebben de meeste warmtepompen van NIBE voor warmtapwater het capaciteitsprofiel XL.
Een warmtepomp kan in elke situatie – zowel in nieuwbouw als bij renovatie – de bereiding van warmtapwater verzorgen. Of je een combi of een solo warmtepomp toepast, hangt onder meer af van het gewenste warmtapwatercomfort, de beschikbare opstellingsruimte en het budget. Alle combi water/water warmtepompen, VVM binnenunits voor lucht/water warmtepompenen ventilatielucht/water warmtepompen van NIBE vergen bijvoorbeeld een opstellingsruimte van slechts 60 x 62 cm. Hierdoor passen ze in vrijwel elke situatie, ook als de opstellingsruimte beperkt is. Standaard zijn de meeste van deze toestellen voorzien van een ingebouwd boilervat van 180 liter: genoeg voor een huishouden van 4 à 5 personen.
Zijn er meerdere badkamers, wordt er een stortdouche geïnstalleerd of wordt het bad frequent gebruikt, dan is er vaak meer warmtapwater nodig. In dat geval is een solo warmtepomp met een losse boiler een betere keuze. NIBE biedt keuze uit een groot aantal boilertypes van 200 tot 1.000 liter. Een solo warmtepomp met een losse boiler vergt meer ruimte en budget, maar biedt ook meer flexibiliteit doordat in principe elk beschikbaar formaat boiler kan worden gekozen. Is er alleen behoefte aan warmtapwater, dan kan een warmtepompboiler zoals de NIBE MT-WH 21 worden toegepast. Deze warmtepompboiler wint energie uit ventilatielucht of buitenlucht en kan daarmee op een duurzame manier voorzien in een comfortabele voorraad van 190 of 260 liter warmtapwater tot 60°C.
Net als bij andere warmwatertoestellen – zoals elektrische boilers en cv-ketels – worden er bij warmtepompen met een geïntegreerde of losse boiler eisen gesteld voor de levering van warmtapwater, bijvoorbeeld vanuit Woningborg en SWK. Woningborg stelt bijvoorbeeld per tappunt minimaal de volgende eisen(*):
Daarnaast worden – afhankelijk van het aantal gebruikers en de laadtijd van de boiler – specifieke eisen gesteld aan de minimale inhoud van de boiler.
(*) Bron: www.woningborg.nl
De legionellabacterie groeit het best in een waterrijke omgeving met een temperatuur tussen 37°C en 55°C. Volgens de ISSO publicaties 30.5 en 55.1 moet een boiler daarom wekelijks worden gedesinfecteerd door de temperatuur van de boilerinhoud tijdelijk te verhogen tot een temperatuur van 60°C tot 70°C. De warmtepompen van NIBE kunnen daarom zo worden geprogrammeerd dat de boilertemperatuur ter preventie van legionella wekelijks wordt verhoogd tot ≥ 60°C.
De beschikbare hoeveelheid warmtapwater hangt – zoals hiervoor al is aangestipt – af van de boiler en de watertemperatuur. Maar dat zegt uiteraard niets over de gewenste hoeveelheid warmtapwater die de warmtepomp moet kunnen leveren. Dát wordt immers (onder meer) bepaald door de omvang van een huishouden, de aanwezigheid van een bad of (stort)douche en hoe lang (of hoe snel achter elkaar) men willen baden of douchen.
Grote waterverbruikers zoals een bad en een stortdouche hebben veel impact op de warmtapwaterbehoefte, omdat deze veel liters per minuut consumeren waardoor een boiler snel leeg kan raken. In elk geval is het goed om er rekening mee te houden dat de hoeveelheid warmtapwater bij een combi warmtepomp beperkt is. Wél beschikken de combi warmtepompen van NIBE – en daarin zijn ze écht onderscheidend – over een ‘luxe’-stand. In deze stand verhoogt de warmtepomp tijdelijk de temperatuur van het tapwater waardoor er – bijvoorbeeld als er logees zijn – na bijmenging van koud water méér water van 40°C beschikbaar is. Is de behoefte aan veel warmtapwater echter structureel? Dán is het verstandiger om te kiezen voor een solo warmtepomp met een losse boiler van bijvoorbeeld 300 of 500 liter.
De kosten voor het produceren van warmtapwater met een warmtepomp hangen in belangrijke mate af van het rendement van de warmtepomp. Een veel in woningbouw toegepaste warmtepomp is de NIBE S1255-6 PC combi water/water warmtepomp. Deze warmtepomp moduleert tussen 1,5 en 8 kW en verhoogt de frequentie van de compressor alleen als het nodig is, bijvoorbeeld bij warmtapwatervraag. Dit resulteert in een goed opwekkingsrendement voor warmtapwaterbereiding voor de gewenste tapklassen. Maar er spelen ook andere factoren een rol, zoals de keuze voor een combi of solo opstelling, de kwaliteit van de boiler, de aanvoertemperatuur van het tapwater, de ingestelde boilertemperatuur, het stilstandsverlies en nog veel meer.
Het is met een warmtepomp of warmtepompboiler heel goed mogelijk om op een duurzame manier warmtapwater te bereiden met behulp van hernieuwbare bronnen zoals bodemwarmte, buitenlucht of ventilatielucht. Let er wel op dat de gewenste hoeveelheid warmtapwater het belangrijkste criterium moet zijn bij de keuze voor een warmtepomp met of zonder ingebouwde boiler. Onvoldoende warmtapwatercomfort weegt namelijk niet op tegen een kleine besparing ‘aan de voorkant’. Het gekozen capaciteitsprofiel van de warmtepomp moet dan ook onder alle omstandigheden passen bij de warmtapwaterbehoefte!
Wil jij meer weten over warmtapwater met de NIBE warmtepompen voor jouw project? Vraag dan hieronder een vrijblijvende projectadvies aan.
Meer kennis en inspiratie