De invloed van warmtepompen op de EPC-berekening

Voor 01-01-2021 moest je bij een nieuwbouwwoning of -appartement de vereiste EPC-norm van ≤ 0,4 realiseren. Het gebouw moest dan aan tal van bouwkundige en installatietechnische voorwaarden voldoen. Met name bij het invullen van het installatieconcept viel daarbij de nodige winst te behalen wanneer in het ontwerp componenten werden opgenomen die aantoonbaar beter presteren dan de forfaitaire waarden die standaard in de software voor het berekenen van de EPC zijn opgenomen. Hierdoor was het goed om te weten dat de meeste warmtepompen van NIBE zijn voorzien van een kwaliteitsverklaring. Toepassing van een NIBE warmtepomp had dan ook een positieve invloed op de EPC-berekening.

Sinds 2015 gold voor nieuwe gebouwen met een woonfunctie een EPC van maximaal 0,4. Dit betekende concreet dat zo’n nieuw gebouw niet meer dan 40% van de hoeveelheid energie mocht gebruiken ten opzichte van een vergelijkbaar gebouw in 1990. Dit wil echter niet zeggen dat een gebouw dat aan de EPC-norm voldeed in de praktijk ook daadwerkelijk zoveel energiezuiniger was. De EPC-regeling liet het namelijk toe om bij het maken van een EPC-berekening te spelen met de verhouding tussen de netto en de bruto energievraag om de vereiste EPC-waarde te halen. Pv-panelen verlagen bijvoorbeeld niet de warmtevraag van een gebouw, maar wél de EPC. Dit komt doordat bij het berekenen van de EPC waarde alle energiemaatregelen samen werden weergegeven in één dimensieloos getal waarin de directe relatie tussen de EPC-waarde en de warmtevraag van het gebouw per m2 ontbreekt.

Vervanging van EPC door BENG

Interessant is in dit kader de vervanging van de EPC door de BENG per 1 januari 2021 (lees hiervoor ook het artikel ‘BENG: eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen’). Bij de BENG – die is gebaseerd op de Trias Energetica – wordt de energieprestatie van een gebouw namelijk weergegeven in drie afzonderlijke indicatoren voor:

  • De energiebehoefte van het gebouw;
  • De benodigde hoeveelheid primair fossiele brandstof;
  • Het aandeel hernieuwbare energie in de totale energiebehoefte.

Omdat de waarden voor elk van deze indicatoren vanaf 2021 los van elkaar aan de gestelde eisen moeten voldoen, kan er veel minder worden gespeeld met de verhouding tussen de warmtebehoefte en de duurzame opwekking van energie. Hierdoor is het een uitdaging om de energiebehoefte van het gebouw te minimaliseren en om een duurzaam energieconcept te ontwerpen op basis van hernieuwbare energie alleen maar groter. En dát maakt de toepassing van warmtepompen die – door middel van een gelijkwaardigheidsverklaring – aantoonbaar bovengemiddeld energiezuinig zijn nóg interessanter!

EPC per type woning

De EPC-norm van maximaal 0,4 gold voor elke nieuwbouwwoning, ongeacht het woningtype. Bij de EPC-berekening werd de uitkomst echter gecorrigeerd voor de omvang van het gebruiks- en verliesoppervlak. Een grote woning met een groot dak- en geveloppervlak en een luxe wooncomfort kon in de praktijk dus meer energie verbruiken – en meer CO2 uitstoten – dan een eenvoudige compacte woning en tóch dezelfde EPC-waarde realiseren. Dit blijkt ook wel uit de EPC-berekeningen voor referentiewoningen van de RVO. In deze berekeningen gelden voor het energieverbruik en de CO2-emissie van de verschillende woningtypologieën namelijk andere waarden bij dezelfde EPC.

Warmtepompen en EPC

In principe droeg ieder type warmtepomp bij aan het verlagen van de EPC. Daarbij geldt: hoe hoger het seizoensgebonden rendement, hoe groter de positieve invloed van de warmtepomp op de EPC. NIBE levert het breedste assortiment water/water, lucht/water en ventilatielucht/water warmtepompen en bijpassende accessoires waarmee voor elke situatie een warmtepompinstallatie op maat kan worden ontworpen. Voor bijna elke warmtepomp is bovendien een gelijkwaardigheidsverklaring beschikbaar waaruit blijkt dat de prestaties van de warmtepomp de forfaitaire waarden overstijgen. Een warmtepomp van NIBE had dan ook een positieve invloed op de uitkomst van de voormalige EPC-berekeningen! Welk type warmtepomp en bronprincipe uiteindelijk het beste bijdraagt aan het behalen van de vereiste milieuprestatie, hangt volledig af van de situatie.

Mogelijkheden voor het verbeteren van de EPC

Om de EPC-waarde te verbeteren, konden onder meer de volgende maatregelen worden toegepast:

  • Gebouwgebonden maatregelen
    Een eerste stap om de EPC te verbeteren, was uiteraard het minimaliseren van de energiebehoefte voor verwarming en koeling. Dit kan onder meer door middel van vloer-, dak- en gevelisolatie, isolatieglas, zonwering, een gunstige zonoriëntatie, een compact ontwerp en passieve koeling met een warmtepomp.

  • Installatiegebonden maatregelen
    Ook de toepassing van een NIBE warmtepomp met een kwaliteitsverklaring kon de EPC fors verbeteren. Een gelijkwaardigheidsverklaring toont namelijk aan dat de warmtepomp minstens even zuinig is als een vergelijkbare techniek c.q. beter presteert dan de forfaitaire warmtepomp die standaard in de EPC-berekening zat. En dat leverde – zeker als de warmtepomp wordt gecombineerd met een laagtemperatuur afgiftesysteem zoals vloerverwarming – een significante verlaging van de EPC op. Daarnaast kon in het installatieontwerp maatregelen als ventilatie met warmteterugwinning en douche-WTW worden opgenomen, waardoor de EPC ook weer verbeterde.

  • Compenserende maatregelen
    Tot slot konden voor het verbeteren van de EPC aanvullende maatregelen worden getroffen om het energieverbruik van het gebouw te compenseren, zoals de installatie van pv-panelen. De laatste jaren werd deze optie nogal eens ingezet om de EPC-berekening met een minimale investering in slechts een paar pv-panelen ‘sluitend’ te krijgen. Met een elektrische warmtepomp in huis is het echter altijd rendabel om een volwaardig pakket pv-panelen te installeren.

EPC en tapwater

Bepalend voor de warmtapwaterbehoefte zijn onder meer het aantal badkamers en tappunten en het gewenste warmtapwatercomfort (denk aan bubbelbaden en regen- of stortdouches). Door in het installatieontwerp rekening te houden met de lengte van de aanvoerleidingen van de warmteopwekker naar het tappunt, kunnen leidingverliezen worden geminimaliseerd en dat had een gunstige invloed op de EPC. En ook de keuze voor de warmteopwekker zelf – een elektrische boiler óf een indirect gestookte spiraalboiler, een close-in boiler – waren van invloed op de EPC.

Ben jij na het lezen van dit artikel benieuwd wat NIBE warmtepompen betekenen voor jouw project en de BENG-eisen die nu gelden ter vervanging van de EPC? Vraag dan hieronder een gratis warmtepompadvies voor BENG aan.

Een vrijblijvend warmtepompadvies voor BENG

Hoe kun je NIBE warmtepompen in BENG toevoegen? Welke warmtepompen geven het beste resultaat voor de BENG-berekening? De specialisten van NIBE staan klaar voor een vrijblijvend warmtepompadvies voor BENG.

Advies aanvragen

Meer kennis en inspiratie

Consumenten Installateurs Voorschrijvers